• Nederland
  • Woonhuis

Verduurzamen van een monumentale 19e-eeuwse villa: het is vooral heel erg leuk

Aan het water in het Haagsche centrum ligt misschien wel één van de mooiste panden van Den Haag: de witte 19e-eeuwse villa op de Alexanderstraat. Het statige monument is onderdeel van de Willemsparkbuurt, de voormalig favoriete wijk van koning Willem II. ‘Kijk daarginds zie je de oude manege van de koning’, vertelt pandeigenaar Dick Sikkes, Architect Roeleveld-Sikkes uit Den Haag. Dick kocht samen met oud-compagnon Aad Roeleveld midden jaren ’90 de villa. Ze vestigden daar samen hun architectenbureau. Inmiddels is hun bureau verhuisd naar een andere locatie en verhuren ze het pand als kantoorruimte aan een bank. De huurder is een belangrijke aanjager geweest voor het verduurzamen van het gebouw. Voor eigenaren Dick en Aad is de verduurzamingsopgave allesbehalve een verplichting. Ze zien het juist als een kans om het pand toekomstbestendig te maken. Dat is ook wat ze andere monumenteneigenaren willen meegeven. ‘Het is prachtig om tijdens het verduurzamingsproces je monument telkens met andere ogen te bekijken. Soms liggen er kansen voor verduurzaming waar je in eerste instantie geen weet van had. Laat dus de angst los dat er niks mogelijk is. Zolang je maar goed en gedegen onderzoek doet, kan er heel veel.’ Dat Dick en Aad een gedegen onderzoek hebben gedaan voordat ze aan de slag gingen met de vergunningsaanvraag, kan ook Jeffrey van de gemeente Den Haag beamen. Lees hieronder meer over hoe Dick Sikkens en Aad Roeleveld de verduurzamingsopgave van de monumentale villa hebben aangepakt.

Wat maakt dit gebouw zo uniek? 

Dick: ‘Ons pand aan de Alexanderstraat kent een rijke geschiedenis. De villa is gelegen in het Willemspark, een buurt die midden 19e eeuw werd gekocht door koning Willem II. In korte tijd liet de koning hier allerlei statige villa’s bouwen. In het oude duinlandschap achter ons pand ligt de toenmalige manege van de koning. Deze wordt nog steeds gebruikt. De Alexanderstraat zelf is vernoemd naar de overleden zoon van koning Willem II, Prins Alexander. Architect Cornelis Krul liet halverwege de 19e eeuw aan deze straat verschillende panden bouwen, waaronder in 1860 deze villa voor zijn eigen zoon.’

‘Mijn favoriete kenmerk aan het pand? Ongetwijfeld de locatie. Maar ook de 19e-eeuwse stijl met zijn karakteristieke indeling maakt het pand zowel typerend als bijzonder. In geen ander tijdperk waren er zoveel verschillende kamers als in dat van het 19e-eeuwse woonhuis. De samenhang tussen de kamers biedt zowel toegankelijkheid als afsluitbaarheid van de grote hal. In de salon werden de gasten ontvangen. Des te belangrijker de gast, hoe meer ruimten de gast mocht passeren.’ 

‘De villa heeft sinds 1860 verschillende gebruikers gekend. In 1905 werd de woonvilla een meisjesschool, waarna in 1914 het benedendeel werd verbouwd en de bank van koningin Wilhelmina haar intrede nam tot het gebouw. Het bovendeel was bestemd voor wonen. Van 1976 tot 1996 zat er een dagopvang voor gehandicapten. In 1996 kochten wij het pand en vestigden hier tot 2015 ons architectenbureau. Inmiddels verhuren we het pand aan een bank.’

Waarom willen jullie verduurzamen? 

Dick: ‘Verduurzaming is tegenwoordig een must: het is niet alleen een maatschappelijke verplichting, maar ook een goede investering in de toekomst. Neem bijvoorbeeld de toenemende invloed van duurzaamheid op de hypotheekrente. Het gaat niet alleen om de terugverdientijd van specifieke verduurzamingsmaatregelen; het is een slimme investering die de algemene waarde van het pand verhoogt. Bovendien wordt het klimaatbestendig maken van gebouwen steeds belangrijker in een tijd van een veranderend klimaat. Daarom moeten we vooruitkijken en begrijpen hoe deze ontwikkelingen onze toekomst zullen vormen, en dus ook de toekomst van onze gebouwen.’

‘Daarnaast vormt onze huurder van het pand een belangrijke drijfveer om aan de slag te gaan met verduurzaming. Ik zou iedere verhuurder aanraden: verdiep je in de belangen van je huurder. De directe aanleidingen om nu te verduurzamen voor de bank was de invoering van de nieuwe Europese regelgeving, de ESG (Environmental, Social, and Governance). Deze regelgeving is onder andere gericht op het voorkomen en verminderen van negatieve milieueffecten veroorzaakt door de  bedrijven. 

Hoe pakken jullie verduurzamen van zo’n monumentaal pand aan?  

Dick: ‘We hebben de verduurzamingsopgave op een gestructureerde manier aangepakt. We zijn driekwart jaar geleden al begonnen samen met ons architectenbureau. De eerste stap was om het pand echt goed te leren kennen en de bestaande situatie helemaal uit te tekenen. Eén van de sleutelfactoren hiervoor was het verkrijgen van de bouwtekeningen, omdat zowel bouwfysische als bouwkundige aspecten van cruciaal belang zijn om duurzame maatregelen in een monument toe te passen. Dit bleek nog best een uitdaging te zijn, omdat we niet over de originele tekeningen beschikten, maar slechts over delen van verbouwingen die door de jaren heen zijn uitgevoerd. Tegelijkertijd zijn we in gesprek gegaan met diverse leveranciers, zodat we op voorhand beter zouden begrijpen wat er mogelijk was en wat niet.’

‘Vervolgens hebben we een bouwhistorisch onderzoek laten uitvoeren. Dit is ontzettend leuk, omdat je over de rijke geschiedenis van je pand leert. De bouwhistorici wisten van alles op te rakelen. Het was fascinerend om te zien hoe zelfs de kleinste details ons begrip van het gebouw verrijkten. Mensen denken vaak dat niets meer kan wanneer je een bouwhistorisch onderzoek laat doen. Niets is minder waar: je leert juist wat er wél mogelijk is. Toen we deze voorbereidende stappen hadden gezet heeft Jasper, Adviseur Duurzaamheid, een nauwkeurig energiemodel gemaakt.’

Aad: ‘Nu hebben we alle ideeën en kansen om te verduurzamen overzichtelijk in kaart gebracht. De installateur is deze plannen nu aan het finetunen, en hierin spelen de bouwfysische en bouwkundige kenmerken van het pand een belangrijke rol.’

Welke duurzame maatregelen staan er zoal op de planning?

Dick: ‘We gaan een deel van de gevel isoleren en het enkelglas vervangen voor vacuümglas. We installeren ventilatie met warmteterugwinning en plaatsen zonnepanelen. Daarnaast plaatsen we een lucht/luchtwarmtepomp voor de koeling en verwarming van het pand. We hopen eind dit jaar heel ver te zijn met de implementatie van alle duurzame maatregelen.’

‘Voor Jasper zijn advies over deze maatregelen heeft hij grondig gekeken naar de huidige situatie van het pand. Bij een monument is het af en toe puzzelen. Niet alles kan. Maar dat is niet erg, want gelukkig hoeft ook niet alles. Een voorbeeld: het comfort in het pand kan aanzienlijke beter worden met behulp van ventilatiemaatregelen. Daardoor is er voldoende frisse lucht in het gebouw en zijn er geen koude stromingen meer. De warmteterugwinning zorgt ook voor energiebesparing. Dankzij deze maatregelen hoeven we niet de hele gevel te isoleren. ‘

Jasper: ‘Belangrijk in deze verduurzamingsopgave zijn de luchtkanalen om te ventileren. We kunnen geen grote buizen door het hele pand leggen, dus hebben we de kanalen zo verdeeld dat meerdere systemen kunnen worden geïntegreerd. Hierdoor wordt de kelder vanaf de begane grond geventileerd en verwarmd, terwijl de zolder verse en warme lucht naar de eerste verdieping transporteert.’

Aad: ‘Een essentiële vraag voor ons bij het implementeren van al deze maatregelen is: hoe reageert het gebouw op deze aanpassingen? We willen ervoor zorgen dat het comfortniveau behouden blijft. Daarom blijven bijvoorbeeld de radiatoren voorlopig staan. De implementatie van de maatregelen begint deze zomer. We passen de gevel aan en installeren overal luchtvochtigheids- en temperatuurmeters om de reactie van het gebouw te monitoren.’

Hoe hebben jullie het vergunningstraject aangepakt? 

Dick: ‘We hebben de vergunningsaanvraag met het hele team heel zorgvuldig voorbereid. Vanaf het begin hebben we nauw samengewerkt met de gemeente om ervoor te zorgen dat alle vereisten en procedures correct werden gevolgd. Zo hebben we van tevoren een aantal keren overleg gehad met de gemeente om ons plan toe te lichten en vragen te beantwoorden. Dit vooroverleg bleek uiterst waardevol, omdat het ons in staat stelde eventuele zorgen en vragen van de gemeente op voorhand te behandelen, waardoor het uiteindelijke vergunningsproces soepel verliep.’

Jeffrey: ‘We hebben bij monumentenzorg de vergunningsaanvraag in goede orde ontvangen. De beoordeling verliep vlot en efficiënt. Dankzij de grondige voorbereiding en documentatie konden we vlot groen licht voor het project geven. Tijdens het vooroverleg hebben we geadviseerd om een bouwhistorische verkenning van het gebouw te doen. Onderdelen van het monument worden aangepast en het bouwhistorisch onderzoek geeft inzicht in de waarde van deze elementen. Het verduurzamingsplan is goed doordacht en heeft oog voor het monumentale karakter, dit is in lijn met onze visie.’ 

Dick: ‘Klopt. Door een gedegen analyse van het pand konden we niet alleen een goed gefundeerd plan opstellen, maar konden we ook laten zien hoe waardevol en relevant het pand is binnen zijn historische context. Het is fascinerend om te ontdekken hoe het pand 160 jaar geleden werd gebruikt en hoe we die geschiedenis kunnen integreren in onze plannen voor de toekomst.’

Wat willen jullie verder nog aan monumenteneigenaren meegeven? 

Dick: ‘Bekijk je pand eens met andere ogen. Soms liggen er kansen voor verduurzaming waar je in eerste instantie niet aan gedacht had. Betrek daarnaast ook de gebruikers bij verduurzamingsmaatregelen en verdiep je in hun wensen. Zo ben ik naar een congres geweest over de ESG-regelgeving om precies te snappen waar de prioriteiten liggen van de huurder.’


‘Wees ook toekomstgericht. Het is belangrijk om vooruit te kijken en te beseffen dat verduurzaming niet alleen een verplichting is, maar ook een kans om je pand toekomstbestendig te maken en zo CO2 te besparen. Blijf niet blind varen op het idee dat monumenten niet hoeven te veranderen. En tot slot: laat je niet ontmoedigen. Het is begrijpelijk dat monumenteneigenaren soms terughoudend zijn om veranderingen aan te brengen, uit angst dat dit de historische waarde van het pand zal aantasten. Ons advies is om open te staan voor nieuwe mogelijkheden. Investeer in een goede voorbereiding. Hoewel zo’n project inclusief vooronderzoek al snel een jaar kan duren, betekent een goede voorbereiding vaak uiteindelijk het halve werk. Een bouwhistorisch onderzoek en verduurzamingsplan maken namelijk inzichtelijk wat er allemaal kan. Zo maak je een eeuwenoud pand toekomstbestendig.’

Fotograaf: Fas Keuzenkamp
 

Galerij